Heeft u een aandelenoptieplan opgezet voor uzelf of voor een klant en vraagt u zich af of deze kosten fiscaal aftrekbaar zijn voor de vennootschap?
Goed nieuws: ja, dat zijn ze, maar onder specifieke voorwaarden.
Waarom is de kost van een aandelenoptieplan aftrekbaar?
De belastingadministratie past hier de bezoldigingstheorie toe. Concreet kan een bedrijfsleider op verschillende manieren worden vergoed:
✔ In geld (loon, tantièmes)
✔ In diverse voordelen: auto, telefoon, enz. (voordeel van alle aard – VAA)
✔ In de vorm van aandelenoptieplannen
In dit laatste geval wordt de toegekende optie beschouwd als een bezoldiging in natura en valt ze onder de fiscaal aftrekbare beroepskosten.
Artikel 49 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB92) bepaalt dat een kost aftrekbaar is als deze:
- Is gemaakt tijdens het het belastbaar tijdperk
- Dient om belastbare inkomsten te verwerven of te behouden
- Werkelijk en gerechtvaardigd zijn (bewijs van bedrag en aard van de uitgave)
Een aandelenoptieplan voor een bedrijfsleider voldoet doorgaans aan deze criteria.
Wat gebeurt er na de blokkeringstermijn?
Zodra de blokkeringstermijn is verstreken (één jaar voor Call+), heeft de bedrijfsleider verschillende opties:
- ·Hij kan zijn opties uitoefenen en de onderliggende aandelen verwerven, die hij kan behouden of verkopen op de markt.
- Hij kan zijn opties overdragen aan een derde, als het plan dit toelaat.
- Hij kan zijn opties verkopen aan de vennootschap die ze heeft uitgegeven, waarna deze de opties annuleert.
In dit laatste geval vormt de terugkoop van de opties door de vennootschap een manier om zich te bevrijden van een contractuele verplichting die oorspronkelijk was aangegaan ten aanzien van de bedrijfsleider.
Wat zegt de rechtspraak?
Verschillende rechtbanken, waaronder die van Waals-Brabant en Antwerpen (februari, mei en juni 2023), hebben geoordeeld dat het vereisen van een bijkomend bewijs van prestaties niet relevant is om de aftrekbaarheid van de kosten verbonden aan de terugkoop van opties te aanvaarden.
De rechters hebben beslist dat de vennootschap niet hoefde te bewijzen dat een extra prestatie was geleverd in ruil voor de terugkoop van de opties: het feit dat deze opties deel uitmaakten van
de verloning van de bedrijfsleider was op zich voldoende om hun aftrekbaarheid te rechtvaardigen.
Toch hebben andere rechtbanken aangegeven dat een vennootschap moet aantonen dat de prestaties van haar bedrijfsleiders effectief werden geleverd om de aftrekbaarheid te verantwoorden (cfr. de bezoldigingstheorie).
Conclusie
De afkoopprijs van opties door de vennootschap, gevolgd door hun annulering, vormt een fiscaal aftrekbare kost op basis van artikel 49 WIB92.